Het leven dragen

Een titel met veel ladingen. Een overvloed aan woorden en zinnen die in mij zitten en geschreven willen worden, al màànden. Als er één ding is waar ik het meeste excuses voor verzin, is het wel voor schrijven.
Het lijkt wel alsof ik mezelf altijd afleid van de essentie, of ik bang lijk te zijn van mijn grootste talenten. Bang voor de kracht en impact ervan.

Mijn laatste blog ging over het dragen van een kindje tijdens een wereldcrisis. In die crisis zitten we nog steeds. Intussen heb ik mijn kindje op de wereld gezet, mijn kleine leeuwin Lea. Tijdens haar geboorte vielen we helemaal terug op de essentie van het leven, in een soort magische bubbel, waarin de rest niet bestond.

Mijn water brak thuis om zeven uur ‘s avonds en op dat moment kwam Rakker, onze trouwe hond, aangelopen. Pure chaos, want mijn man Jef en zoon Lasse waren net een ijsje aan het eten, Rakker wilde vruchtwater oplikken, en ik kon natuurlijk niet rechtstaan om een handdoek te gaan halen. Toen kwam mijn zoon aangelopen met zijn dokterstas, al roepend ‘Hier is de vroedvrouw’. We kwamen niet meer bij van het lachen en tegelijk was ik erg geschrokken van het breken van mijn water. Uiteindelijk wilde ik een andere handdoek gaan halen in het washok, daar zag ik dat Rakker geplast had, mijn zoon liep erdoor (zei ik al, pure chaos?), maar dat plasje had achteraf gezien een speciale betekenis.

Ik was op dat moment al een uur weeën aan het opvangen, die heftig waren, maar die ik niet serieus nam, aangezien ze maar zo kort duurden (30 seconden) en er telkens maar een minuut tussen was. Ik wist dat mijn water zou breken want ik voelde het de laatste dagen als een enorm zware ‘zak’ hangen. Ik had al twee weken voorweeën en was altijd teleurgesteld dat het niet doorzette. Deze keer ging ik met mijn zoon Lasse in bad en in plaats van dat de krampen stil vielen, werden ze alleen maar sterker, dus begon ik wel te vermoeden dat het deze keer voor écht was.

Met de handdoek tussen mijn benen verplaatste ik me naar boven, om vroedvrouw Ann te bellen. Ik was enorm gespannen voor de intensiteit van de weeën, nà het breken van mijn water, omdat ik dat als doula vaak genoeg had gezien. Het moment dat het water breekt, is er een soort ‘buffer’ weg. Maar door de spanning kreeg ik even pauze en kon ik mijn vroedvrouw bellen. Ze zou over een uurtje al komen. We wisten allebei dat het snel kon gaan, vanwege de vele voorweeën.

Intussen was Jef onze zoon aan het klaarmaken om te gaan slapen, die was natuurlijk ook wat over zijn toeren. Lasse kwam onze slaapkamer binnen waar ik op bed op handen en knieën zat en hij riep ‘mama, zusje wordt sebiet geboren!’.

Ik vroeg Jef om de elektroden van de Tens op mijn rug te bevestigen, een toestelletje voor natuurlijke pijnbestrijding. Intussen bleef ik vruchtwater verliezen dus ik besloot een kraamverband te nemen. Toen zag ik dat de kleur niet helder was, maar bruinig. Op de donkere handdoek had ik het niet gezien. Ik dacht eigenlijk dat het normaal was, omdat je ook wat bloed kan verliezen. Maar er speelde wel wat bezorgdheid in mijn achterhoofd, want het kon ook meconium zijn (stoelgang van de baby) en dat zou een medische indicatie zijn.

We wilden in eerste instantie thuis blijven en kijken hoe het zou gaan. We stonden open voor een thuisbevalling, maar ook voor het ziekenhuis. Alle opties lagen open.
Ik wist dat onze dochter duidelijk zou aangeven waar ze wilde geboren worden. En dat teken kregen we een uur later. Jef had voor de zekerheid het bevalbad al opgepompt zodat we geen tijd zouden verliezen, want het ging duidelijk snel. De weeën waren al vrij pittig toen Ann, onze lieve vroedvrouw aankwam. Ik ving ze op de geboortebal op en tussenin vertelde ik haar over het vruchtwater. Ik voelde dat ze twijfelde en ze overlegde met collega Jo aan de telefoon. Ik stuurde een foto naar Jo van het vruchtwater en hij vond het er toch meconiaal uitzien. We besloten samen om naar het ziekenhuis te gaan, vooral omdat mijn gevoel meteen JA zei. En dat was mijn teken. Mijn man gaf me alle ruimte om zelf te beslissen. Ik zette mijn knop om en zocht alles bij elkaar. Gelukkig stond mijn vluchtkoffer klaar, maar ik moest al mijn kleine helpers nog bij elkaar sprokkelen, zoals bloesems, essentiële oliën, sprays, lichtjes. Wist ik veel dat het allemaal zo snel zou gaan dat ik de helft niet zou kunnen gebruiken. Intussen had Jef mijn mama gebeld om te komen en die was er razendsnel. Ik ving mijn weeën op hangend tegen de deur, want dingen bij elkaar zoeken in arbeid, is echt niet handig.

Ik installeerde me in de auto, op de achterbank. Toen dacht ik nog aan de muziekbox & mijn draadloze oortjes. Jef ging ze binnen halen en dat was achteraf gezien ECHT heel essentieel. De oortjes deed ik meteen in, want ik wilde in de auto naar de hypnobirthing affirmaties luisteren. Ik stuurde nog snel een berichtje naar Chana, mijn buurvrouw/vriendin/zus dat we gingen vertrekken naar het ziekenhuis. Ze heeft bijzondere gaven, is een natuurlijke healer en ze ging me op afstand ondersteunen. En dat heb ik enorm gevoeld in de auto. Ik voelde iets warms en steunends in mijn rug en ze stuurde dat er twee grote witte engelen achter me stonden. Intussen werden de weeën enorm heftig en kon ik daar enkel mee bezig zijn, me vasthoudend aan de hoofdsteunen, zittend op mijn knieën. De affirmaties waren zo zacht en helend tijdens die wilde rit naar Antwerpen, want de schokken van de auto deden me denken aan een soort safaritocht. Dit terwijl Jef heel rustig reed, maar de beleving was voor mij anders. Plots kreeg ik de gedachte dat ik misschien niet in bad zou mogen gaan, door het meconiaal vruchtwater. Ik dacht dat ik een epidurale zou moeten nemen omdat ik het anders niet zou aankunnen, zonder bad. Ik voelde heel even mijn moed zakken, maar de affirmaties hielpen om het los te laten. Ook de Tens was een prachtige ondersteuning, precies een kleine vriend die bij me was. Dankzij de elektrodes die zachte sensaties gaven, werd de pijn iets afgevlakt.

De rit van 45 minuten ging vlot en we waren in mijn beleving echt snel bij het ziekenhuis. Jef parkeerde zich op spoed en Ann kwam daar ook al snel aangelopen. Net uit de auto moest ik nog een wee opvangen. Toen moest ik een ellendig mondmasker op, om binnen te gaan. Ik kon me vlot inschrijven en moest daar aan de balie nog een wee opvangen. Er was een ander zwanger koppel dat zich aanmeldde en ik hoorde de vrouw zeggen dat ze bezorgd was omdat ze haar baby niet goed meer voelde. Ik voelde medelijden maar werd tegelijk helemaal in mijn bubbel getrokken door de intense kracht van een volgende wee.

Mijn vroedvrouw wist natuurlijk de weg, want ze mag bevallingen begeleidingen in St Vincentius. Heerlijk om zo geleid te worden, zonder zelf de weg te moeten zoeken. Ik moest tijdens de weg naar het verloskwartier telkens pauzeren tegen een muur om een wee op te vangen.
Aangekomen bij de ‘verlos’kamer (wat een woord), had ik enorm veel behoefte om de sfeer te veranderen. Maar door de heftige weeën lukte het me amper om iets te doen. Ik wilde de led-lichtjes omhoog hangen, sprayen met Sacred Space mist, muziek opzetten. Het was er ook zo ontzettend warm en de ramen gingen niet open. Ik vond dat zo enorm benauwend. Gelukkig vond mijn vroedvrouw een oplossing; het raam in het toilet openzetten. Ze zorgde ook dat de lichtjes omhoog gehangen werden, zorgde voor de geurtjes en de bloesem dichtbij. Zij sprak met de vroedvrouw, ik hoefde niet te praten. We kregen alle tijd om het naar onze zin te maken.

Ik werd algauw misselijk en moest overgeven. Een teken dat ik al ver was, zei vroedvrouw Ann. Het was niet aangenaam maar tegelijk gaf het ruimte.
Het werd ook algauw duidelijk dat het wel degelijk meconiaal vruchtwater was en ik voelde me opgelucht dat we in het ziekenhuis waren. De weeën waren enorm intens, maar ik voelde ook dat ze krachtig waren, omdat ze helemaal van voor op m’n buik zaten, niet op mijn rug. Alles krampte samen en het was moeilijk om de ademtechnieken uit de hypnobirthing lessen toe te passen. Maar Ann hield mijn ene been vast en zei “Naar beneden ademen”. En Jef hield mijn ander been vast. Ik voelde dat zij me hielpen om te aarden en niet te ‘vluchten’ uit mijn lichaam. Dat ik contact kon blijven maken met mijn lichaam en m’n dochter. Ik verdween steeds meer in mijn eigen bubbel.

De vroedvrouw van het ziekenhuis kwam binnen, zij had gelukkig een hele fijne, zachte energie. Ze zei dat het protocol van het ziekenhuis was om een schedelektrode te plaatsen bij meconiaal vruchtwater, om het kindje te monitoren. Ik wilde dit absoluut niet (ze schroeven hierbij een elektrode in het hoofdje). Ze zou dit met de gynaecoloog overleggen maar ze raadde het toch aan. Ook zei ze dat een covid test moest afgenomen worden, waarover ik ook onderhandelde, zodat het een keelwisser werd in plaats van zo’n neusstaafje. Ze wilde ook graag onderzoeken hoeveel ontsluiting ik al had, dat vond ik wel ok. Het was 22u en ik bleek 4 centimeter te hebben. Het onderzoek was zacht en met veel respect. Lea zat al heel laag, zei de vroedvrouw. Dat gaf me hoop. Even later, nadat ze overlegd had met de gynaecoloog, hoefde een schedelelektrode dan toch niet. Zo blij dat ik op voorhand door Ann ingelicht was over de protocollen en me hierop kon voorbereiden. Want als ze dit hadden voorgesteld in het midden van mijn weeënstorm had ik misschien wél ja gezegd. De vroedvrouw van het ziekenhuis zei: “Ik kom zometeen terug en dan blijf ik bij jou". Dat vond ik zo lief. Ik dacht dat ik niet teveel mensen in de kamer wilde, maar die vrouwelijke steun, daar kon ik echt niet genoeg van hebben.

Ik was ook enorm opgelucht toen bleek dat ik nog steeds in bad mocht bevallen, ondanks het meconiaal vruchtwater. Maar tegelijk dacht ik dat ik het niet ging aankunnen. De pijn was allesoverheersend, totaal bij elkaar gekrampt probeerde ik de weeën op te vangen. Wat me enorm hielp was de muziek die ik had meegebracht. Ongelooflijk hoeveel steun ik erin vond.

Ann vroeg me of ik in bad wou. Ik dacht ‘Huh, ik ben nog maar net begonnen. Dat is toch veel te vroeg?’. Ik besefte zelf niet hoe snel het ging. Ik was bang dat ik het niet fijn zou vinden in bad, zoals tijdens de bevalling van Lasse. Maar ik besliste toch in bad te gaan en het voelde heerlijk, het warme water. Het bad zelf was minder comfortabel, door de ruwe bodem. Ik vond het best moeilijk om een goede houding te vinden, maar toch wilde ik enkel nog in het warme, verzachtende water zijn. Ann langs links, Jef langs rechts. Ik voelde me omringd. Daarna kwam ook de vroedvrouw van het ziekenhuis erbij.

Ik voelde Lea echt zakken. Dieper zakken, in het geboortekanaal. En ik vond dat zo eng. Ik had het gevoel dat ik het niet zou aankunnen en wilde na elke wee zeggen dat ik dit niet meer kon. Maar ze kwamen zo snel op elkaar dat ik het er echt moest uit gooien. “Ann, ik wil een epidurale”. Ik herinner met dat het even stil werd. En dan zei Jef: “Je bent verder dan je denkt, dit is niet zoals bij Lasse, het gaat veel sneller”.

Toen ging ik zelf voelen met mijn vingers en voelde een hoofdje. Ik zei: “Ik voel haar hoofdje denk ik” (wat anders?). De vroedvrouw van het ziekenhuis vroeg of ze eens mocht onderzoeken. Ik bleek 8 centimeter opening te hebben. Zo snel!

Op dat moment kon ik me overgeven en kon ik de hypnobirthing geboorteademhaling toepassen. Ik werd heel rustig en ademde haar naar beneden. Tot dan had ik echt wel geschreeuwd. Maar in die korte tijd voor de persweeën werd ik rustig en voelde het alsof ik het ging ‘kunnen’.

Maar dan begonnen de persweeën en moest ik wel weer brullen. Dit was echt allesoverheersend. Het voelde alsof ik helemaal open ging. Eerst ademde ik gewoon en perste ik niet, maar ademde ik haar naar beneden. Maar dan was er toch de gedachte dat ik moest meepersen. En toen ging het razendsnel. Het was ZO heftig! Ik moest mijn lichaam in al haar oerkracht volgen. Ik voelde Lea door mij heen gaan. Het hoofdje stond, zeiden ze. “Wil je niet voelen?”. Ik schreeuwde: “neeee!”. Op dat moment moest ik me zo concentreren op het persen dat ik echt niets anders kon doen.

De laatste minuut van het persen hoorde ik dat de gynaecologe erbij kwam. Ik greep haar arm. En net daarna werd Lea in het water geboren. De gynaecoloog ving haar op, omdat ze anders met haar hoofdje tegen de badrand vloog. Ik was zo onder de indruk dat ik haar zelf niet uit het water kon nemen, ook al was dat mijn wens. Ze legden Lea in mijn armen en ze weende meteen. Daarna keek ze me glashelder aan. En ik herkende haar… Daar was ze! M’n meisje. Onze wens.

De vroedvrouw van het ziekenhuis legde een doek over haar en sproeide heerlijk warm water over haar, zodat ze niet afkoelde. Ik genoot, wij genoten. Wat een wonder! Ik was meteen heel helder en ongelooflijk trots op de prestatie die mijn lichaam zonet had geleverd.

Na een hele tijd zo gezeten te hebben, wou ik wel uit het bad. Het bed werd zo dichtbij gezet dat ik er gemakkelijk in kon worden geholpen.
En echt, die momenten samen in bed, met haar op mij, dat is zo onvergetelijk. Mijn lieve kleine, pittige meisje.

Ik wist dat de placenta nog moest komen. En daar was ik wel wat mee bezig. Ze zeiden me dat ze graag syntocinon wilden toedienen, dat doen ze standaard na elke bevalling om de placenta te laten komen. Ik zei dat ik het natuurlijk wilde laten verlopen en dat respecteerden ze. Uiteindelijk gaf vroedvrouw Ann de tip om het bed wat rechter te zetten en werd de placenta heel vlot geboren, zacht begeleid door Ann. Daarvoor waren weer wat persweeën nodig, die ik echt niet fijn vond, het was echt weer even pijnlijk. Maar wàt een opluchting als het ‘huisje’ van Lea er uit was. Omdat ik ook wat ingescheurd was, werd ik daarna nog pijnloos gehecht, na een lokale verdoving, door de hele fijne gynaecologe.

Ik wilde de navelstreng laten uitkloppen, maar ik kreeg zelfs méér dan mijn wens. Uiteindelijk bleven Lea en haar huisje nog anderhalf uur met elkaar verbonden.

Ze lieten ons rustig aan elkaar wennen, in de rust en stilte. Vroedvrouw Ann ging naar huis en liet ons verliefd achter.
Een echt gouden, tijdloze cocon. Lea laten wennen aan de borst. In haar prachtige ogen kijken.

Wat een WONDER!

En wat een heerlijkheid om in alle liefde te mogen baren, leven te mogen geven, in een omgeving die je steunt, in je gelooft, je wensen respecteert. Elke vrouw verdient dit. Elke baby verdient dit.

Na anderhalf uur huid op huid contact bij mij, mocht Lea bij Jef op de borst liggen. En werd ik verzorgd, met warm water. Met zoveel zachtheid, door de vroedvrouw van het ziekenhuis. Een frisse pyjama aan, wat een heerlijk gevoel. Daarna was Lea aan de beurt. Jef knipte de navelstreng door, ze werd gewogen en gemeten. Perfect in orde, met haar 50 centimeter en 3kg410.

Alles nam ik in me op, omdat de ervaring bij Lasse ook zo intens was geweest en ik niets wilde vergeten. De vroedvrouw stopte Lea, ongekleed, bij mij in mijn pyjama, op mijn borst. Heel grappig vond ik dat. Zo zat ze stevig tegen me aan terwijl Jef en de vroedvrouw mijn bed door de gangen reden, de lift in, naar de materniteit. Alles was mooi. Eén roze wolk.

We werden geïnstalleerd in het midden van de nacht. Er was een cosleeper, maar ik wist dat Lea gewoon op mij zou liggen de hele nacht.
Jef viel algauw in slaap en ik, ik lag met wijdopen ogen naar haar te kijken. De hele nacht. Pure adrenaline. Ik wilde zo graag m’n geluk delen maar de wereld sliep. Een magische nacht met m’n meisje. De hele nacht liet ik de bevallingsmuziek zachtjes afspelen. Jef was toch met geen stokken wakker te krijgen ;).

Tegen de ochtend viel ik dan toch voor een uurtje in slaap. En zo gelukkig werd ik wakker, zo blij om eindelijk wat berichtjes te kunnen sturen met het mooie nieuws. Ik voelde me on top of the world, buiten mezelf van trots, op mijn lichaam, op ons meisje. Zo dankbaar voor de prachtige bevalling.

Met dank aan Ann van Geboorteinformatiecentrum Geel voor haar onvergetelijke aanwezigheid, de lieve vroedvrouw & gynaecologe van St Vincentius Antwerpen. En niet te vergeten, mijn rustige man, die me met zijn stille kracht op elk moment van de tocht heeft gedragen.

Forever grateful.

IMG_3712.JPG
IMG_3741.JPG
µlea.jpg
IMG_20201227_013031.jpg